- Home >
- Services >
- Access to Knowledge >
- Trend Monitor >
- Domain of Application >
- Trend snippet: The Chinese use of both legal and illegal economic resources and (digital) espionage poses the greatest threat to the Dutch economy
Trends in Security Information
The HSD Trendmonitor is designed to provide access to relevant content on various subjects in the safety and security domain, to identify relevant developments and to connect knowledge and organisations. The safety and security domain encompasses a vast number of subjects. Four relevant taxonomies (type of threat or opportunity, victim, source of threat and domain of application) have been constructed in order to visualize all of these subjects. The taxonomies and related category descriptions have been carefully composed according to other taxonomies, European and international standards and our own expertise.
In order to identify safety and security related trends, relevant reports and HSD news articles are continuously scanned, analysed and classified by hand according to the four taxonomies. This results in a wide array of observations, which we call ‘Trend Snippets’. Multiple Trend Snippets combined can provide insights into safety and security trends. The size of the circles shows the relative weight of the topic, the filters can be used to further select the most relevant content for you. If you have an addition, question or remark, drop us a line at info@securitydelta.nl.
visible on larger screens only
Please expand your browser window.
Or enjoy this interactive application on your desktop or laptop.
The Chinese use of both legal and illegal economic resources and (digital) espionage poses the greatest threat to the Dutch economy
China: structurele en centraal aangestuurde activiteiten De Chinese inzet van zowel legale als illegale economische middelen en (digitale) spionage vormt de grootste dreiging voor de Nederlandse economische veiligheid. De Chinese activiteiten zijn omvangrijk en structureel. Met name de Nederlandse topsectoren en kennisinstellingen zijn interessant door de hoogwaardige infrastructuur, technologie en kennis die zij bezitten. De laatste vormen niet alleen doelwit van spionageactiviteiten, maar ook van legale (academische) samenwerkingsverbanden die in uiterste gevallen kunnen leiden tot ongewenste kennisoverdracht. Legale samenwerking kan in uiterste gevallen leiden tot ongewenste overdracht van kennis en technologie en tot ongewenste afhankelijkheden. Het kan ook een opstap betekenen naar illegale praktijken binnen de vitale infrastructuur of andere belangen die raken aan de nationale veiligheid. Chinese economische spionage kent twee verschijningsvormen: technologiediefstal en voorkennis inzake voorgenomen investeringen. Een groot deel van de (digitale) spionageactiviteiten van China is er op gericht om de Chinese concurrentiepositie te verbeteren. Het Chinese economische beleid is primair gericht op transformatie van een productie-economie naar een kenniseconomie die grotendeels onafhankelijk is van buitenlandse technologie. Om deze economische modernisering en onafhankelijkheid te realiseren investeert China in strategische meerjarenplannen en beleidsinitiatieven zoals Made in China 2025 (MIC2025), het eerdergenoemde BRI, Military-Civil Fusion (MCF) en het geplande China Standards 2035 (CST2035). Deze plannen en initiatieven zijn gericht op het overkoepelende doel om voor 2049 een ‘great modern socialist country’ te zijn, oftewel een economische en militaire grootmacht. De plannen kunnen worden gezien als een boodschappen- of wensenlijst van het Chinese leiderschap. BRI-investeringen leiden, gezien het belang van de investering, tot een toename van digitale inlichtingenvergaring bij bevriende BRI-partners. Chinese beleidsplannen worden minutieus vertaald in omvangrijke en structurele spionagecampagnes. Die campagnes zijn gericht op het verkrijgen van hoogwaardige kennis en technologie ten behoeve van de eigen economische ontwikkeling en de ontwikkeling van de krijgsmacht. Hieruit volgt dat Nederlandse topsectoren, de Nederlandse defensie-industrie en Nederlandse kennisinstellingen een groot risico lopen op Chinese (digitale) spionage. Spionageactiviteiten tegen het Nederlands bedrijfsleven, geïnitieerd door statelijke actoren of aan statelijke actoren gelieerde partijen, tasten weliswaar in alle gevallen de nationale veiligheid aan, maar hoeven niet altijd een dreiging te zijn voor de economische veiligheid. Toch is het een zorgwekkende en onwenselijke situatie, omdat het de concurrentiekracht van het betrokken bedrijf ondergraaft. De economische en politieke invloed van China zal op korte en lange termijn naar verwachting toenemen. China beschikt over een belangrijk aandeel van de mondiale voorraad grondstoffen die nodig zijn voor sleuteltechnologieën: het beheerst meer dan 90% van de mondiale winning en verwerking van zeldzame aardmetalen. Dit vraagt waakzaamheid wat betreft mogelijke ongewenste strategische afhankelijkheden van de meest geavanceerde sectoren van de Nederlandse economie van China’s aardmetalen. Daarnaast investeert China in de ontwikkeling van hoogwaardige, nieuwe technologieën zoals artificial intelligence, quantum en 5G-communicatie. Conform het geplande beleidsplan CST2035 richt het zich op een positie als marktleider voor die technologieën. Een mogelijke technologische dominantie kan leiden tot een China dat de technologische producten, diensten en standaarden voor de toekomst bepaalt, waardoor er een strategische afhankelijkheid van één land ontstaat – in dit geval China. Die afhankelijkheid kan leiden tot dreigingen tegen de nationale veiligheid, met name daar waar ze raken aan de vitale processen en sensitieve technologie. Daarnaast kan deze afhankelijkheid het Nederlandse bedrijfsleven op termijn nog kwetsbaarder maken voor oneerlijke concurrentie, (digitale) spionage en mogelijk ook sabotage, en de Nederlandse overheid gevoeliger voor economische druk. Bovendien kan het beïnvloeden van het standaardiseringsproces China substantiële economische voordelen opleveren en zelfs van invloed zijn op burgerlijke vrijheden. Het open karakter van de Nederlandse economie en de wetenschap heeft ons veel opgeleverd, maar maakt ons ook kwetsbaar voor Chinese (digitale) spionage, overnames en investeringen en ongewenste technologie- en kennisoverdracht. Overname of overdracht van Nederlandse hoogwaardige kennis of technologie kan leiden tot ongewenst eindgebruik, bijvoorbeeld voor militaire of surveillancetoepassingen. Nederlandse vestigingen in het buitenland hebben werknemers in dienst met verregaande toegang tot bedrijfsinformatie waarop het toezicht niet altijd toereikend is. Ook zijn delen van het productieproces dankzij globalisering versplinterd en verspreid over landen heen, waarbij onvoldoende beveiligingsmaatregelen bij toeleveranciers nieuwe risico’s op (digitale) spionage met zich meebrengen (zogenaamde supply-chain-attacks). Chinese investeringen en overnames in Nederland kunnen resulteren in verlies van (gedeeltelijke) zeggenschap over de toeleveranciers van onze vitale processen. Naast spionage- en sabotagerisico’s kan dit verlies van zeggenschap ook resulteren in onwenselijke economische en politieke afhankelijkheden. De verwevenheid tussen staat en economie in China (maar dit geldt ook voor bijvoorbeeld Rusland) zorgt er ten slotte voor dat er geen gelijk speelveld is voor Nederlandse bedrijven. China beschermt zijn eigen markt zowel offensief als defensief. Zo equipeert China zijn (staats)bedrijven met inlichtingen en voordelen als staatssteun en subsidies, maakt het gebruik van wetgeving die (buitenlandse) bedrijven dwingt om gegevens te delen en van de inzet van proxy-ondernemingen. Ook dwingt het buitenlandse bedrijven bij toegang tot de Chinese markt om samenwerkingen aan te gaan met Chinese partners. Dit alles kan leiden tot de ongewenste overdracht van kennis en technologie.