- Home >
- Services >
- Access to Knowledge >
- Trend Monitor >
- Source of threat >
- Trend snippet: Societal disruption requires a specific response: resilience
Trends in Security Information
The HSD Trendmonitor is designed to provide access to relevant content on various subjects in the safety and security domain, to identify relevant developments and to connect knowledge and organisations. The safety and security domain encompasses a vast number of subjects. Four relevant taxonomies (type of threat or opportunity, victim, source of threat and domain of application) have been constructed in order to visualize all of these subjects. The taxonomies and related category descriptions have been carefully composed according to other taxonomies, European and international standards and our own expertise.
In order to identify safety and security related trends, relevant reports and HSD news articles are continuously scanned, analysed and classified by hand according to the four taxonomies. This results in a wide array of observations, which we call ‘Trend Snippets’. Multiple Trend Snippets combined can provide insights into safety and security trends. The size of the circles shows the relative weight of the topic, the filters can be used to further select the most relevant content for you. If you have an addition, question or remark, drop us a line at info@securitydelta.nl.
visible on larger screens only
Please expand your browser window.
Or enjoy this interactive application on your desktop or laptop.
Societal disruption requires a specific response: resilience
Het is in theorie goed mogelijk om maatschappelijke ontwrichting te voorkomen. Als burgers een breed gedeeld vertrouwen in het oplossend vermogen van de overheid hebben, zal de uitval van kritieke voorzieningen waarschijnlijk niet onmiddellijk tot een grootschalige verandering in maatschappelijk handelen leiden. Als de overheid snel ingrijpt, kunnen de gevolgen van uitval worden geminimaliseerd, waardoor burgers geen disfunctioneel gedrag gaan vertonen. In de praktijk is voorgaande wellicht moeilijker dan gedacht. Wij noemen vier redenen, zoals die uit de literatuur en de doorleefsessie naar voren zijn gekomen:
-Kritieke voorzieningen kunnen uitvallen
-Effectieve overheidsinterventie is lastig
-Niet alle burgers zijn zelfredzaam en zelfredzaamheid is niet altijd de oplossing
-De overheid vindt het lastig flexibel samen te werken met private instituties en maatschappelijke initiatieven
Versterkte veerkracht als tegenkracht Een andere belangrijke conclusie is dat maatschappelijke ontwrichting om een specifieke respons vraagt. Wij hebben die respons beschreven in termen van veerkracht. De meest effectieve respons in het tegengaan van maatschappelijke ontwrichting vloeit voort uit een hoge mate van veerkracht. Dit is een veelvuldig gebruikte term in allerlei beleidsdocumenten en de verwarring rond dit abstracte begrip is aanzienlijk. In dit rapport komen we tot een eenduidige en meer precieze invulling van veerkracht. We doen dit door een onderscheid te maken tussen bestuurlijke, institutionele en maatschappelijke veerkracht en geven daarbij aan wat dit betekent voor (bestuurders van) veiligheidsregio’s. Het algemene nut van veerkracht staat zelden ter discussie. Nu is veerkracht niet iets wat op korte termijn en met enkele eenvoudige handgrepen kan worden bewerkstelligd. Het organiseren van veerkracht vraagt om een langetermijnstrategie en significante investeringen. Het is echter zelden duidelijk hoe lokale en regionale overheden die veerkracht kunnen versterken. Hieronder bieden we concrete handvatten om de veerkracht naar een hoger niveau te tillen.
Versterkte veerkracht: aanbevelingen voor een proactieve benadering Veerkracht ontstaat niet vanzelf. In sommige benaderingen wordt veerkracht geponeerd als een inherente eigenschap, iets wat een maatschappelijk verband (als vanzelf) in zich draagt. Wij zien veerkracht als een variabele: je kunt er meer en minder van hebben. Als een veiligheidsregio meer veerkracht nuttig en nodig acht, is een proactieve benadering gewenst.
Je komt er niet met een strategie van ‘laisser-faire’ en ‘bouncing back’. Veerkracht vraagt om gerichte inspanningen. We doen enkele concrete aanbevelingen.
Aanbeveling 1: kies voor veerkracht Onze belangrijkste aanbeveling is de wenselijkheid van veerkracht expliciet ter discussie te stellen. Het vraagt een bestuurlijke afweging, bijvoorbeeld van het Veiligheidsberaad, tussen de kans op maatschappelijke ontwrichting (die is laag, zo weten we) en de mogelijke opbrengsten van veerkracht. Veerkracht kan veel brengen: zij kan het verschil betekenen tussen een korte verstoring van kritieke voorzieningen en langdurige maatschappelijke ontwrichting. Maar dat vergt een strategische keuze van de besturen van veiligheidsregio’s om (gezamenlijk) stappen te zetten, waardoor een betere voorbereiding op maatschappelijke ontwrichting mogelijk wordt gemaakt. Bij die bestuurlijke afweging dient breder te worden gekeken dan alleen het thema ‘ongekende crises’. Veerkracht is niet alleen nuttig als tegenkracht voor maatschappelijke ontwrichting, maar vormt ook een basis voor effectief en legitiem crisismanagement van de toekomst. Vooral wanneer de crisis complex en grensoverschrijdend is, langdurig van aard, en een grote mate van onzekerheid genereert en dat is eigenlijk bij heel veel crises het geval! Veerkracht is daarmee een krachtig medicijn zonder heel veel bijwerkingen.
Aanbeveling 2: verbeter detectie en monitoring Het vroegtijdig herkennen van maatschappelijke ontwrichting vereist een accuraat beeld van mogelijke oorzaken, van procesdynamiek en van de gevolgen van uitval van kritieke voorzieningen. Maar hierin zit nu juist de onzekerheid. Het is moeilijk de gevolgen van verstoringen in complexe systemen te voorzien en sociaal (groeps-)gedrag valt moeilijk te voorspellen. Dat betekent dat veiligheidsregio’s zich het best kunnen richten op het zo snel mogelijk detecteren van verstoringen die een proces van maatschappelijke ontwrichting in werking kunnen stellen. Veiligheidsregio’s zullen de ‘gevoelstemperatuur van de samenleving’ in reactie op de uitval van voorzieningen moeten monitoren en duiden. De afgelopen jaren hebben veiligheidsregio’s (individueel en gezamenlijk) geïnvesteerd in de versterking van informatieverzameling, -deling en -analyse. Denk aan de ontwikkelingen rond veiligheidsinformatiecentra (real-time), Business Intelligence, de Landelijke Meldkamer Samenwerking en informatiemanagement bij crises. De vraag is of de huidige experts, organisatiewijze en instrumenten in staat zijn de eerste (sociale) tekenen van maatschappelijke ontwrichting te herkennen. Wij bevelen aan de bestaande informatiemanagementcapaciteiten in dit licht te bezien en met name te investeren in het snel en juist monitoren van publiek sentiment en gedragspatronen.
Aanbeveling 3: werk aan een veerkrachtige organisatie Wij maken een onderscheid tussen bestuurlijke, institutionele en maatschappelijke veerkracht. Elke vorm van veerkracht stelt andere eisen aan de organisatie van de veiligheidsregio. Het is belangrijk te doordenken welke eisen dat zijn en vervolgens te bezien of de organisatie aan die eisen voldoet. Wij geven hierna enkele voorbeelden voor elk van de drie vormen van veerkracht. Een nadere verkenning is gebaat bij verder onderzoek.
Bestuurlijke veerkracht organiseren
Een belangrijke pilaar in de pragmatische benadering van strategisch crisismanagement is het organiseren van feedback. Leiders worden uitgedaagd om sneller te beslissen, maar ook om ‘kleinere’ beslissingen te nemen die geen onomkeerbare gevolgen genereren. Deze beslissingen kunnen dan snel weer worden bijgesteld, mits de feedback goed is georganiseerd. Dat vereist wellicht andere of aangepaste organisatievormen – de statische sitraps en het ‘rondje’ tijdens het overleg in het crisiscentrum passen dan minder – en ook andere bestuurlijke trainingen. De bestuurlijke veerkracht kan worden versterkt door te investeren in een vorm van strategisch leiderschap, die past bij de pragmatische benadering van crisismanagement. Leiders moeten dan kiezen voor een meer incrementele aanpak om parallel meerdere wegen te kunnen bewandelen. Juist het pionieren – het al doende leren en risico’s nemen – en de pluriforme aanpak dragen bij aan het voorkomen van besluiteloosheid (steeds maar wachten op nieuwe en betere informatie) of een te eenzijdig ingezette koers. Ook in de communicatie moeten leiders (beter) kijken naar wat in deze specifieke praktijk ‘werkt’. Aangezien de reguliere opleidingen, trainingen en oefeningen voor bestuurders (burgemeesters en ministers) en operationeel leiders hierop onvoldoende zijn toegesneden, zal een curriculum moeten worden ontwikkeld. Het is gewenst dit landelijk en regionaal parallel te organiseren. Dit biedt een mogelijkheid voor een strategische samenwerking tussen de Nationale Academie Crisisbeheersing en het IFV.
Institutionele veerkracht bevorderen
De veiligheidsregio’s beschikken over een netwerk van operationele diensten, die indrukwekkende responscapaciteiten kunnen leveren. In dit netwerk zitten zowel de hulpdiensten alsook diverse partners zoals bedrijven, instellingen, de Rijksoverheid (uitvoerende diensten), het Rode Kruis, maatschappelijke organisaties, kerken/moskeeën/synagogen en vele andere instituties. Het idee van institutionele veerkracht is dat deze bestaande organisaties over ‘ongekende capaciteiten’ beschikken: zij zouden ten tijde van crises een nog veel grotere bijdrage kunnen leveren. Zij kunnen zich inzetten voor nieuwe crisistaken of kunnen specifieke capaciteiten (voor een bepaald domein of sector) generiek inzetten. Het gaat om een waardevolle bijdrage aan de crisisbeheersing, waarvoor ze misschien niet zijn opgericht of ingericht. Dat vergt een netwerkanalyse en een betere inventarisatie van de capaciteiten van verschillende organisaties, bezien vanuit de mogelijke eisen en wensen die een situatie van maatschappelijke ontwrichting zou kunnen stellen. Vervolgens zullen ook de nodige afspraken moeten worden gemaakt over (mogelijke) samenwerking en een bewuste strategie om dat netwerk te onderhouden. Daarbij dienen ook afspraken te worden gemaakt met de Rijksoverheid, voor zover rijksdiensten een bijdrage kunnen leveren aan de crisisbeheersing of wanneer internationale afspraken noodzakelijk zijn.
Aanpassen op maatschappelijke veerkracht
Veiligheidsregio’s kunnen de maatschappelijke veerkracht verbeteren door lokale en regionale netwerken, waarin diverse actoren zoals verenigingen en vrijwilligersorganisaties participeren, met elkaar te verbinden. Het gaat dan om meer dan alleen de ontmoeting in een (periodieke) themabijeenkomst. Veiligheidsregio’s moeten structureel in beeld brengen wat de bestaande organisaties en vrijwilligersnetwerken zijn en wat de bereidheid is tot deelname aan preparatie, respons en activiteiten tijdens de nafase. Het gaat om nieuwe structuren en om contactpunten waarmee of functionarissen met wie die verbinding kan worden georganiseerd. Zo kunnen veiligheidsregio’s bijvoorbeeld ‘resilience officers’ aanstellen voor het bevorderen van veerkracht, die zowel in reguliere situaties als tijdens crises aanspreekpunt zijn voor diverse maatschappelijke partijen. Een veiligheidsregio kan ook een vrijwilligerscoördinator aanstellen (zie: IFV, 2019c) die actief kan zijn in het contact met diverse netwerken in de warme fase. Het organiseren van de verbinding alleen is niet genoeg om first responders ten tijde van een inzet ‘sensitief’ te maken voor aanvullende vrijwillige inzet vanuit netwerken. Het gezamenlijk opleiden en oefenen door hulpdiensten en diverse soorten ‘vrijwilligers’ – zoals onlangs uitgeprobeerd in de Veiligheidsregio Groningen – kan bijdragen aan wederzijds begrip, zowel om mensen bekend te maken met crisisbeheersing alsook om hulpdiensten te laten ervaren hoe je samenwerkt met deze netwerken.
Aanbeveling 4: doordenk planningscapaciteiten Het organiseren van veerkracht is een zaak van hard werken en een lange adem. De vele activiteiten moeten worden geregisseerd en beoordeeld op resultaat. Dat vraagt goede plannen. Net als planning (als proces) zijn ook plannen (als product) belangrijk. Afspraken, doelen en (nieuwe) werkwijzen moeten praktisch worden vastgelegd, zeker als er een grote groep actoren betrokken is in het responsnetwerk. Veiligheidsregio’s zouden daarop een nadere analyse kunnen uitvoeren en eventueel aanvullende plannen moeten opstellen. Een belangrijke stap is plannen op te stellen, die het versterken van veerkracht ondersteunen. De volgende planvormen kunnen hierbij wellicht behulpzaam zijn:
> Nulmeting veerkracht: onderzoek aan de hand van verschillende vormen van veerkracht hoe de huidige organisatie (organisatiewijze, planvorming, personeel) ervoor staat (hoe voorbereid zijn we?). Daarvoor is een evaluatiekader nodig (dit moet nog worden ontwikkeld).
> Programmaplan versterken veerkracht: op basis van de nulmeting kan een programmaplan worden opgesteld waarin activiteiten staan om de verschillende vormen van veerkracht te ontwikkelen, inclusief planning (wanneer moet wat worden bereikt?).
> Recovery & Resilience plan: in een dergelijk plan worden afspraken vastgelegd met verschillende actoren ter voorbereiding op maatschappelijke ontwrichting. Daarvoor dient eerst nog wel een (landelijk) model ontwikkeld en gedeeld te worden.